Voelen met de ogen
ELS VERMEERSCH, 1998

’Ik sta nu eenmaal voorbij de grens aan dewelke ieder normaal mens moet stilstand houden’ Paul Van Ostaijen

Merkwaardig. Wat eigenlijk niet te beschrijven valt, zet vreemd genoeg aan tot schrijven. Merkwaardig ook hoe de verschillende artistieke disciplines elkaar kunnen raken. Muziek bouwt abstracte klanksculpturen, poëzie ver-dicht met woorden, schilderkunst geeft dimensie aan de vlakte en sculptuur speelt het spel van het tactiele. Merkwaardig ook hoe juist die grensgebieden uiterst interessant kunnen worden. Een zachte aanraking, een botsing of een zeldzame versmelting, het fenomeen van de dubbele muze leverde wel vaker uiterst boeiend werk op.

Merkwaardig hoe Bart Vandevijvere (º 1961) invloed uitoefent op andere mensen en andere uitdrukkingsvormen. Omgekeerd ontstaat zijn schilderkunst op de wijze van het componeren. Poëzie lijkt het enige juiste literaire antwoord en veel van zijn werk draagt een oppervlak dat appelleert aan het tactiele. Hij projecteert zijn schilderkunst niet alleen op zijn doeken maar ook in de geest van de andere.

Wars van elke vernieuwingsdrang bewandelt Bart Vandevijvere de moeilijkste weg. Steeds herbeginnend, telkens opnieuw hetzelfde materiaal hanterend, herdenkt hij alle aspecten binnen de schilderkunst. Alle schilderkunstige verworvenheden worden geabsorbeerd, geassimileerd, herbevraagd en krijgen een persoonlijke stempel. Een indruk, een gewaarwording, een landschap of een stuk muziek worden de aanleiding tot het maken van een schilderij. Eenmaal weg van de anekdote resulteert dit in een andere manier van kijken. Een schilderij als beeld-bevraging ontstaat. De concrete waarneembare werkelijkheid wordt ontdaan van al het overtollige. Met de meest elementaire beeldende middelen, kleur, lijn, vlak, water en doek gaat Bart Vandevijvere aan het werk. Hij voelt zich sterk verwant met de minimale muziek van componisten als Giacinto Scelsi ( 1905 – 1988 ), John Cage ( 1912 – 1992 ), Morton Feldman ( 1926 – 1987 ). De eigenzinnige muziek van Feldman vertaalt zich in composities met zeer traag vlottende tonen. Net zoals bij Feldman tonen, klanken, geluiden en de stilte zelfstandig worden voorgesteld ( het innerlijke van het fenomeen klank of het ingrijpen binnen het klankgebeuren ), grijpt Bart vandevijvere in binnen de fenomenen acrylverf, doek en water.

Ook het toeval wordt geëxploiteerd: alert zijn voor toevalselementen en er dan bewust mee omgaan. Bart Vandevijvere laat verf wel eens op zijn beloop. Vaak resulteert dit in schitterende verfsporen.

Centraal in zijn schilderkunst staat het realisatieproces en de analyse ervan. Het doek wordt letterlijk als drager van verf getoond. Verfsporen, onderliggende kleurlagen en structuren worden bewust niet weggewerkt. Zo ontstaat een gelaagde, verweerde verfhuid. De duur van het werk wordt in beeld gebracht. Het schilderij als het gestolde resultaat van een langdurig, schilderkunstig proces. Tijd en ruimte worden ver-dicht op doek. En het zien wordt een voelen met de ogen.

Na een langdurig proces van uitzuiveren blijft de gecondenseerde kern over. Geënt op de fundamentele schilderkunst is elk doek van Bart Vandevijvere het resultaat van een intensief zoeken naar de essentie van het schilderen.

Een idee krijgt telkens vorm. Elk werk wordt een teken aan de wand, geladen en gelaagd. Teken en be-teken-is liggen heel dicht bij elkaar. Weg van het verhaal, ontstaat toch telkens een betekenis. Formele of fundamentele schilderkunst wordt van persoonlijke en gevoelsgeladen elementen doordrongen. Vaak verwijst de titel zowel naar de analyse van het werkproces als naar een persoonlijk element. Een poëtische titel als ’Schroomval‘ verraadt een schilder die tijd nodig heeft, bescheiden en behoedzaam. Louter picturaal verwijst hij naar een schilderkunstig proces dat zich langzaam voltrekt; zich slechts schoorvoetend ontvouwt. Zo kan ’Gestold‘ zowel het gestolde resultaat van de ontstaansgeschiedenis van het werk aanduiden, maar ook letterlijk refereren aan gestold pigment.

Een intrigerend evenwicht ontstaat tussen minimalistische zelfdiscipline en absolute expressie. Het schilderij als vorm en inhoud met zijn betekenisoverdracht brengt communicatie tot stand. Bij een incidentele, vluchtige confrontatie met het werk van Vandevijvere wordt de betekenis echter niet onmiddellijk duidelijk. Dit staat diametraal tegenover de massa’s beelden die we voorgeschoteld krijgen. Beelden waarbij een geconditioneerd kijkgedrag, gebaseerd op het schematische, de signaalfunctie, het onmiddellijke be-grijpen en de snelheid volstaan. Men zou zich kunnen afvragen wat de overlevingskansen van abstracte schilderkunst in zo een beeldwereld zijn. Een werk van Bart Vandevijvere dringt absoluut geen eenduidige betekenis op. Integendeel, de gelaagdheid ontvouwt zich geleidelijk aan. Het vergt in zekere zin een bepaalde attitude van de beschouwer; een houding die misschien het best te vergelijken is met het aflezen van een muziekpartituur. Het vraagt om interesse; interesse, het zijn tussen de werken, het beleven. Een goed werk, op de juiste manier opgehangen in de ruimte leent zich ook tot een dergelijke onbegrensde perceptie. Het bezit de kracht om de ruimte er omheen (en de beschouwers erin) zin te geven.

Als de zeeman in ’Geologie‘ gaat Bart Vandevijvere in zijn schilderkunst te werk. Met water, verf en doek is hij bij machte het onzegbare aan de oppervlakte te brengen. Elk beschrijven van beeldend werk is op zich begrensd. Het beperkt zich tot een geheel van concentrische cirkels er omheen. Zijn kunst vertraagt, verstilt, tot ook het woord verdwijnt. In de schilderkunst van Bart Vandevijvere krijgt het auditieve, het visuele, het tastbare een vorm waarin de stilte hoorbaar wordt.